De nieuwe Wet seksuele misdrijven (ingangsdatum: 1 juli 2024)
Vanaf 1 juli 2024 zal de nieuwe Wet seksuele misdrijven van kracht zijn, waardoor slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag beter beschermd worden. De Eerste Kamer heeft recentelijk ingestemd met een omvangrijke herziening van de huidige wetgeving, geïnitieerd door minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid. Deze wetswijziging maakt het mogelijk om in meer gevallen aangifte te doen van verkrachting en aanranding. Bovendien wordt seksuele intimidatie, zowel in de openbare ruimte als online, strafbaar gesteld.
Een belangrijke verandering is dat dwang niet langer een vereiste is om een veroordeling voor verkrachting of aanranding te bewerkstelligen. Voortaan is iemand strafbaar als er seksueel contact wordt voortgezet terwijl er duidelijke signalen zijn dat de ander dit niet wil. Dit kan blijken uit zowel verbale als non-verbale signalen, of zelfs uit een passieve houding zoals verstijving uit angst. In gevallen van dwang geldt een strafverzwarende factor.
De bewijsvoering bij seksuele misdrijven blijft complex, vooral omdat deze vaak plaatsvinden zonder getuigen. Daarom is steunbewijs, zoals lichamelijke sporen, camerabeelden of tekstberichten, van cruciaal belang. De wet stelt ook dat verkrachting niet kan verjaren, waardoor slachtoffers zelf kunnen bepalen wanneer zij aangifte willen doen.
De toename van online interacties heeft ook geleid tot nieuwe vormen van seksueel misbruik, waaronder sexchatting. Dit, het seksueel benaderen van kinderen onder de 16, en in sommige gevallen kinderen van 16 en 17 in een kwetsbare positie, wordt met deze wet strafbaar gesteld, zelfs als er geen voorstel tot een fysieke ontmoeting is gedaan.
Daarnaast zullen de straffen voor bepaalde seksuele misdrijven stijgen. Zo zal de maximale gevangenisstraf voor verkrachting van een kind onder de 12 jaar worden verhoogd naar 15 jaar en voor kinderpornografie naar 6 jaar.
Om de implementatie van de nieuwe wet te ondersteunen, is anderhalf jaar geleden al een traject gestart met de betrokken partijen, waaronder de politie en het openbaar ministerie. Dit traject omvat het ontwikkelen van werkinstructies, het aanpassen van ICT-systemen, en het opleiden van circa 25.000 politieambtenaren. Deze voorbereidingen zorgen ervoor dat vanaf 1 juli 2024 de nieuwe wetgeving effectief toegepast kan worden.